Drie vragen aan religie

Na de zoveelste terreuraanslag opgeëist door IS, tweette de atheïstische filosoof Maarten Boudry: "My dear liberal Muslims (I know you're out there), why would you still want to associate with this hateful religion? Why not just leave?"

Exact dezelfde dag vertelde een psycholoog mij dat een aantal gevallen van ernstig huiselijk geweld spontaan opgelost waren tijdens de ramadan. Man en vrouw waren opnieuw samen gaan bidden, aten weer samen, de man was gestopt met drinken …

Wat is het nu? Zet de Islam, en meer algemeen religie, aan tot haat of is het een bron van vrede en harmonie?

Religie

Het probleem is dat de Islam alleen maar bestaat als een abstractie. Zeker, rationeel denken kan niet zonder abstracties, maar dat maakt ons des te meer verantwoordelijk om erover te waken dat we niet overgeneraliseren.

De Katholieke Kerk bestaat als een organisatie. Maar ‘het christendom’ verwijst naar een zeer heterogeen fenomeen. Hetzelfde geldt voor ‘islam’ of ‘boeddhisme’ en zeker voor termen als ’religie’ en ‘atheïsme’. Toch denken de meeste mensen over religie en religies als entiteiten waaraan algemene eigenschappen als wreed of vredelievend kunnen toegeschreven worden.

Vele discussies nemen niet de moeite om 'religie' te definiëren, alsof iedereen weet wat er met het woord bedoeld wordt. Pogingen tot definitie pikken er meestal een of enkele kenmerken uit. Filosofen hebben de neiging religies te definiëren als overtuigingen, psychologen hebben het over persoonlijke ervaringen, sociologen over het gedrag van groepen, dichters daarentegen … Niets mis mee als je het object van je onderzoek definieert, zolang je er maar niet vanuit gaat dat deze definitie daarmee ook algemeen geldig is.

Religie wordt vaak gezien als iets van alle tijden en alle culturen. Maar toen de term ‘religie’ voor het eerst in het Chinees vertaald werd, moest daar een neologisme voor gecreëerd worden. Brent Nongbri, een classicus en godsdienstwetenschapper, was verrast toen hij ontdekte dat de taal van zijn vader, die van Indiase afkomst was, geen woord voor ‘religie’ had. Het woord dat er het dichtste bij kwam betekende iets als ‘gebruiken’. Toen hij onderzoek deed naar religie in de Oudheid moest hij vaststellen dat de de Oudheid geen religie kende, toch niet in de betekenis zoals wij het woord nu hanteren.

Wat bedoelen we dan met ‘religie’? Religie is een heterogeen amalgaam van verschillende menselijke activiteiten en ervaringen, wereldbeelden, ethiek, verenigingsleven, kunst, muziek, architectuur, ervaringen, zorg, heling, oorlogsvoering … Geen enkele daarvan is specifiek voor religie. Er is ethiek binnen en buiten religie en er is kunst in en buiten religie. Mensen hebben allerlei wereldbeelden en ethische normen met of zonder religie.

De meeste zo niet alle van deze activiteiten en ervaringen zijn transcultureel, maar de verzameling die we bestempelen als ‘religie’ is dat niet. Dus, heeft China religie? Nee, maar de Chinezen hebben wel tempels en wereldbeelden en ethiek en rituelen. Alleen hebben ze dat niet gebundeld in ons concept van ‘religie’. Ze hebben hun samenleving georganiseerd volgens andere lijnen en concepten, die al even moeilijk te vertalen zijn in westerse talen.

De vorige paragraaf had in de verleden tijd moeten gesteld zijn. In de globalisering van de wereld hebben we ons concept van ‘religie’ geëxporteerd, inclusief onze problemen en conflicten daarrond. Zo hebben we nu ‘wereldreligies’ . Op deze manier wordt een etnisch conflict in Myanmar een conflict tussen ‘boeddhisten’ en ‘moslims’, en daarmee een motief om een boeddhistische tempel elders in de wereld in de as te leggen. Lokale conflicten worden wereldconflicten.

Drie domeinen, drie vragen

Ik verraad mijn eigen achtergrond van psychiater als ik al deze verschillende aspecten van religie probeer te organiseren in drie domeinen: denken, voelen, handelen. In religie vinden we gedachten over hoe de wereld is en zou moeten zijn. Maar veel mensen zouden hun religie leeg en kil vinden als het alleen maar een kwestie van wereldbeeld en ethiek was. William James schreef in 'The Varieties of Religious Experience' uitgebreid over religieuze gevoelens. Religieuze mensen doen ook dingen: ze komen samen, voeren rituelen uit, ze hebben hun gebruiken. Deze drie domeinen zijn nauw met elkaar verbonden maar het ene kan niet tot het andere gereduceerd worden. Uiteraard kun je ook vasten zonder in een god te geloven. Maar hoe jezelf motiveren om mee te doen aan de ramadan als je niet in God gelooft?

Kijkend naar het veld van religie stel ik mij drie vragen, een voor elk van deze domeinen. Het zijn geen neutrale vragen maar gewetensvragen. Ze reflecteren mijn eigen waarden, die wellicht niet door iedereen gedeeld zullen worden.

Denken

Wat het denken betreft gaat mijn vraag niet zozeer over de inhoud ervan maar over hoe we ons denken gebruiken: verharden we ons denken tot waarheden of is het een instrument van open onderzoek?

Sommigen zullen een claim op 'de waarheid' als het wezenskenmerk van religie zien, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Sommige boeddhistische teksten waarschuwen expliciet voor het vasthouden aan waarheden en nodigen uit tot open onderzoek. Maar ook in het boeddhisme vind je mensen met harde geloofsovertuigingen, soms zelfs gebaseerd op diezelfde teksten. Mijn drie vragen zijn persoonlijk. Ze zijn niet bedoeld als een typologie van religies. Ze gaan over wat mensen ermee doen.

Deze vragen zijn ook niet voorbehouden aan mensen die zichzelf als religieus definiëren. Ze zijn van toepassing op iedereen die denkt over hoe de wereld is en zou moeten zijn. Je zou kunnen denken dat wetenschap het hoogtepunt is van open onderzoek. Als je een wetenschapper bent dan weet je hoe moeilijk te bereiken dat ideaal is. Erger nog is het gesteld met sommige niet-wetenschappers die geloven dat de wetenschap hen de waarheden gaat geven die ze in religie niet konden vinden.

De gevolgen zijn duidelijk: als wat ik denk harde waarheid is en jij zegt iets anders, dan heb jij ongelijk. Als ik bereid ben mijn geest open te houden dan wordt het verschil tussen ons een uitnodiging tot nog meer open onderzoek.

Voelen

Wat het voelen betreft is mijn vraag: word je gedreven door angst of door vertrouwen? We lopen hier een beetje vast in de woordenschat. Het Engels kent nog het verschil tussen ‘fear’ en ‘anxiety’. Het Nederlands gebruikt ‘angst’ in beide betekenissen. De letterlijke vertaling van ‘fear’ is ‘vrees’, maar dat klinkt verouderd. Er is angst voor iets (fear) en angst die niet specifiek op iets gericht is (anxiety) . Deze laatste angst kan een toestand of een trek zijn en daarbij allerlei angsten (fear) oproepen, en vele andere emoties, maar op zich is angst (anxiety) objectloos en anoniem.

Hetzelfde probleem hebben we met vertrouwen. Er is vertrouwen in iets en er is ook een objectloos vertrouwen dat net als angst een toestand of een trek kan zijn. We hebben geen woord dat zich tot ‘vertrouwen in’ verhoudt zoals ‘angst’ tot ‘vrees voor’.

Toen Geert Grote de 14de eeuwse mysticus Jan van Ruusbroec opzocht was hij geschokt toen hij merkte dat Ruusbroec niet bang was voor de hel. Als God hem naar de hel zou sturen, vertrouwde Ruuscbroec, dan zou het daar oké zijn. Grote leefde vanuit een grote angst, Ruusbroec vanuit een diep vertrouwen. Het interessante is dat deze discussie zich afspeelt binnen hetzelfde conceptueel kader, binnen éénzelfde geloof. Angst en vertrouwen reflecteren niet automatisch een bepaalde levensbeschouwing of geloof.

Sommige religies leggen een grote nadruk op vertrouwen, maar dat kan ons op het verkeerde been zetten. Vertrouwen eisen is geen teken van vertrouwen maar van de afwezigheid ervan. Hoe meer een priester of leraar aandringt op vertrouwen, hoe meer hij zijn eigen angst toont.

Je zou kunnen argumenteren dat mensen een duidelijke waarheid nodig hebben als houvast om de angst te verdrijven en vertrouwen te vinden. Dat is niet mijn ervaring. Ik heb mensen met sterke religieuze overtuigingen weten sterven in grote angst en ik heb mensen die in niets of niemand geloofden een vredevolle dood weten sterven.

De relatie is eerder omgekeerd: uit angst proberen mensen zich vast te klampen aan waarheden. Helaas is ons denken niet opgewassen tegen ons gevoel. Als je ooit verliefd geweest bent is het je wellicht opgevallen dat je een gevoel niet zomaar kunt wegredeneren. Op dezelfde manier verdrijft geloof de angst niet.

Handelen

Voor geloven of niet geloven in onze moderne wereld een optie werd, was er altijd al de optie om te doen of niet te doen wat algemeen als goed werd beschouwd. Ik ga nooit beweren dat gedachten en gevoelens niet belangrijk zijn, maar uiteindelijk komt het neer op wat we doen. Er is op zich niets mis met pedofiel zijn als je maar geen kinderen lastig valt, zoals het geen probleem is om een heteroseksuele man te zijn zolang je maar geen vrouwen lastig valt.

De bioloog Humberto Maturana, een van de grondleggers van de biologie van de cognitie, maakt het onderscheid tussen een machine en een sociaal systeem. Kort samengevat wordt een machine gedefinieerd door haar product. Ieder onderdeel van de machine is vervangbaar zolang het product maar tot stand komt. Een sociaal systeem wordt gedineerd door zijn leden en heeft het gedijen van zijn leden als uitkomst. Dus, in een sociaal systeem kun je niet zomaar een lid vervangen. Sociale systemen worden bijeen gehouden door liefde, wat hij definieert als: 'the acceptance of the legitimacy of the other in coexistence with you', het erkennen van het bestaansrecht van de ander samen met jou.

Maturana spreekt hier als bioloog, niet als dichter, maar zijn praktische definitie brengt ons bij onze derde vraag over doen: erken je het bestaansrecht van de ander? In andere woorden: ben je bereid deze wereld te delen met anderen of ga je ze uitsluiten?

Gooi je homoseksuelen van het dak of zie je ze als leden van je gemeenschap? Geef je mannen en vrouwen gelijke rechten? Hoe ga je om met mensen van een ander ras, met andere gebruiken, met een andere religie?

Het delen van voedsel vinden we terug in de rituelen van vele religies en culturen. Het is een belichaming van het erkennen van het bestaansrecht van de ander en de bereidheid om te delen. Maar wanneer hertrouwde mensen de communie geweigerd wordt, verwordt een sacrament van communie tot een ritueel van exclusie.

Het is een vrij algemeen biologisch gegeven dat leden van een sociaal systeem anders met elkaar omgaan dan met buitenstaanders. In deze globale wereld kunnen we de anderen niet langer zien als buitenstaanders. We hebben een gemeenschappelijk project: het delen van deze planeet.

Keuzes

Onze beginvraag was: Is religie een bron van geweld of van vrede en harmonie? Er zijn keuzes te maken. In de werkelijkheid waarin we nu leven zijn religies niet langer wat de stichters er ooit mee bedoeld hebben, noch wat er in oude teksten staat, maar wat mensen er nu mee doen.

Waarheid en angst kunnen een explosief mengsel vormen. Hoe groter de angst, hoe groter de behoefte aan harde waarheden, die nooit in staat zullen zijn de angst te verdrijven, wat de angst alleen maar doet toenemen. Dan kan de minste oproep tot open onderzoek je doodvonnis betekenen. En er zijn open geesten, zonder angst, bereid om te luisteren, ook naar iemand met andere opvattingen en gebruiken.

Of we het nu religie noemen of niet: hoe kiezen we te leven? De eerste om deze vragen aan te stellen is onontkoombaar onszelf, tenminste zolang we nog een beetje ruimte hebben voor open onderzoek.