Zoals de voorste en de achterste voet bij het lopen

Mindfulness in de traditie van Huineng

Toen een oude Chinese chanmeester hem vroeg: ‘In welke traditie onderricht je?’, antwoordde Jon Kabat-Zinn: ‘Ik onderricht in de traditie van Huineng en de Boeddha’. Om met mindfulness te werken moet je geen specialist zijn in de geschiedenis van het Chinese boeddhisme. Maar het is essentieel om de draagwijdte van dit antwoord te vatten.

In de Stresskliniek, waar we met mindfulness werken, staat een koekjesdoos. Op de muur naast de doos hangt een cartoon met als tekst: ‘Today I will live in the moment, unless this moment is unpleasant in which case I will eat a cookie’. Humor is belangrijk. Het opent ons.

Dit cartoon illustreert een veel voorkomend misverstand over ‘in het hier en nu zijn’. Voor veel mensen is het hier en nu een soort heilige graal, een moeilijk te bereiken plek waar je het verleden en de toekomst moet loslaten. Soms zie ik mensen in een krampachtig gevecht om alle gedachten over verleden en toekomst te onderdrukken, om in dit immer ongrijpbare nu te blijven.

Dat is een groot misverstand. Het belangrijke woord in de zin ‘hier en nu leven’ is ‘leven’. Het hier en nu is de enige plek waar je met de beste wil van de wereld nooit uit geraakt. Denken aan het verleden of de toekomst kun je enkel in dit ogenblik.

De vraag is niet of je hier en nu bent. De vraag is hoe. Wanneer je hier en nu krampachtig je gedachten probeert te onderdrukken dan is hier nu ‘krampachtig onderdrukken .

Dat is geen mindfulness en zeker niet de traditie van Huineng. Mindfulness is je geest openen, gewaarworden, niet onderdrukken.

Huineng is het best gekend door de Platform Sutra, een tekst toegeschreven aan een leerling van hem. De Platform Sutra heeft twee functies. In de eerste plaats verwoordt hij het basale onderricht van de Chan school. Maar om de tekst te begrijpen moeten we ons ook bewust zijn van de politieke functie die hij had op het ogenblik dat hij geschreven werd. De Platform Sutra zet de Zuidelijke School tegenover de Noordelijke School, in een heftige strijd voor de legitimering van de Zuidelijke School.

Er is niets nieuws onder de zon. Zoals mindfulness zich moet legitimeren, moesten de oude Chinese tradities dat ook. Gelukkig hebben we in deze tijd de wetenschap waar we ons kunnen op beroepen.

Huineng wordt voorgesteld als een ongeletterde knaap uit het zuiden die in de keuken werkt van het belangrijkste chanklooster in het noorden van China. De abt, Hongren, wil transmissie geven en hij daagt zijn monniken uit om een gedicht te schrijven waarmee ze hun inzicht kunnen tonen.

Het is niet meer dan een formaliteit want de gedoodverfde kandidaat is de hoofdmonnik Shenxiu. Hij schildert zijn gedicht op een muur van het klooster.

Het lichaam is de bodhi-boom
De geest een heldere spiegel
IJverig maken we hem schoon
En laten er geen stof op neerdwarrelen.

Huineng, die niet eens kan lezen, hoort hiervan en hij heeft door dat dit gedicht niet het ware inzicht uitdrukt. Hij vraagt een monnik om er een ander gedicht naast te schilderen.

Bodhi kent helemaal geen boom
Er is ook geen heldere spiegel
Als alles leegte is
Waar zou het stof dan op kunnen neerdwarrelen?

Wanneer Hongren beide gedichten leest, beseft hij dat hij met een probleem zit. Het inzicht van de ongeletterde keukenhulp uit het zuiden is veel dieper dan dat van de hoofdmonnik uit het noorden.

In het geheim geeft hij transmissie aan Huineng, gesymboliseerd door de pij en de bedelkom van de Boeddha. Dan helpt hij hem te ontsnappen, want hij weet dat de andere monniken het niet zullen begrijpen.

Waar gaat dit over? In principe hebben we als mensen twee mogelijke manieren om hier en nu te zijn, twee verschillende manieren om ons te verhouden tot wat hier en nu is. Beide manieren zijn belangrijk.

Laten we vertrekken van een simpele vraag: Hoe lang leeft een mens? Er zijn twee mogelijke antwoorden.

Een mogelijke antwoord is: je leeft maar één ogenblik en dat is nu. Al de rest is verhaal, een verhaal over een verleden waar we vandaan komen en een toekomst waar we naartoe gaan. In dat verhaal is het nu een ogenblik ergens tussen verleden en toekomst in.

Maar leven kunnen we alleen maar nu. Dit ogenblik is het enige dat we hebben. Het is het enige ogenblik waarin we ademen, het is het enige ogenblik waarin we aanwezig kunnen zijn. Zoals Thich Nhat Hanh zegt: ‘the rain only falls on the present moment’.

Het zijn twee manieren van zijn. Je zou het de verhaalmodus en de aanwezigheidsmodus kunnen noemen. Soms noemen we het de doemodus en de zijnsmodus. In boeddhistische teksten vinden we termen terug als de relatieve en absolute werkelijkheid of de Twee Waarheden, maar in mijn ervaring veroorzaken die vertalingen meer verwarring dan helderheid.

De twee gedichten in het verhaal van Huineng verwijzen naar deze twee manieren. IJverig de spiegel van onze geest schoonmaken is verhaal. Het gedicht van Huineng wijst ieder verhaal abrupt af en nodigt ons uit om louter aanwezig te zijn.

Taal is bij uitstek geschikt voor het verhaal. In de aanwezigheid worden we stil en vallen de woorden weg. Hoe kunnen we er dan nog over spreken? Om aan het verhaal te ontsnappen maken boeddhistische teksten vaak gebruik van paradoxen. Het nadeel van deze methode is dat ze de valse indruk kan wekken dat we het over iets heel obscuur hebben, een diepe en moeilijk te doorgronden filosofie.

In wezen is het heel eenvoudig. Te simpel voor woorden eigenlijk. Het is helemaal geen filosofie. Het gaat over hoe we omgaan met wat nu is.

Het verhaal van Huineng gaat verder. De volgende ochtend ontdekken de monniken dat de pij en de kom verdwenen zijn en de keukenhulp is nergens te vinden. Ze vermoeden dat de jongen ze gestolen heeft en ze zetten meteen de achtervolging in.

Een van de monniken, Huiming, is een ex-militair en hij haalt onze keukenhulp snel in. Maar wanneer hij de pij en de kom wil nemen ontdekt hij dat hij niet in staat is ze op te tillen. Hij beseft dat er meer gaande is en hij vraagt Huineng om hem te onderrichten.

Huineng stelt hem één vraag: ‘Zonder aan goed of kwaad te denken, wat is je oorspronkelijk gelaat?’ Letterlijk vertaald uit het Chinees klinkt dit vreemd, maar is dit niet de meest wezenlijke mindfulnessinstructie? Niet oordelende open aandacht.

Bij deze woorden komt Huiming tot inzicht. Hij vraagt: ‘Zijn er nog andere geheime onderrichtingen?’ Huineng antwoordt dat er nooit enige geheime onderrichting was. Huiming zegt: ‘Nu ben ik als iemand die een glas water drinkt en onmiddellijk weet of het koud of warm is.’

Sommige mensen zien mindfulness als een oppervlakkige en eerste stap op het steile pad naar verlichting. Huineng zegt dat er verder niets is. Dit is het. Er is geen verborgen betekenis. Dat is het onderricht van Huineng.

The Sutra stelt dat een onderricht dat zich beperkt tot het verhaal, onvolledig is. Dat wil niet zeggen dat het verhaal niet belangrijk is. Integendeel, het verhaal is extreem belangrijk. Ons leven hangt ervan af. Uiteindelijk is de biografie van Huineng in de Platform Sutra ook een verhaal.

Ik moet weten wie ik ben, wat ik hier te doen heb. Ik moet weten waar ik vandaan kom en waar ik naartoe ga. Ik moet weten waar ik woon en waar ik vanavond ga slapen. Al die dingen zijn belangrijk.

Als ik alleen maar ‘hier en nu’ ben en al de rest vergeet, dat zou heel gevaarlijk zijn. Dan ben ik compleet verloren. Mijn verhaal geeft mij zekerheid en veiligheid. En ik ben 100% zeker dat ik vannacht veilig in mijn eigen bed slaap. Alhoewel, alhoewel, het ziekenhuis ligt vol met mensen die nu niet direct van plan waren de nacht daar door te brengen.

Ons verhaal geeft ons veiligheid en zekerheid. Het maakt onze wereld voorspelbaar. Maar de werkelijkheid geeft niet echt om ons verhaal. Het leven is onzeker. Er is geen enkele zekerheid dat ik vannacht veilig in mijn eigen bed zal slapen.

Dat brengt ons bij de andere manier: aanwezigheid. Dat is wat we beoefenen in mindfulness en meditatie. Louter aanwezig zijn en alles wat zich aandient zien als datgene wat zich nu aandient. Even laat je het verhaal voor wat het is en ben je gewoon bij wat ook zich in dit ogenblik voordoet.

Het kan zijn dat er in mijn meditatie verdriet opkomt. In de verhaalmodus zal ik beginnen denken: waar komt dit verdriet vandaan, hoe is dit kunnen gebeuren, wat kan ik eraan doen? In de aanwezigheidsmodus ben ik gewoon bij mijn verdriet aanwezig zoals het zich nu aandient. Hoe het voelt in mijn lichaam, hoe het opkomt in mijn geest.

Het hoeft geen verdriet te zijn. Het kan evengoed grote vreugde zijn of gewoon verveling. Maar de houding van aanwezigheid blijft dezelfde.

Dat betekent niet dat mijn denken op dat ogenblik stopt. Gedachten stoppen niet. Zij gaan door en maken verhalen. Daarvoor dienen ze. Er is geen enkele reden om dat te onderdrukken. Mijn denken maakt nu eenmaal deel uit van wat nu gebeurt. Net als de regen alleen maar nu kan vallen, kunnen gedachten alleen maar nu opkomen. Geen probleem.

Waarom is dit belangrijk? De ruimte van het verhaal is smal, in aanwezigheid is er een weidse openheid. In het verhaal is er zekerheid maar ook beperking. In aanwezigheid is er geen beperking.

In de verhaalmodus ontsnapt alles wat buiten het verhaal valt aan de aandacht. In aanwezigheid kunnen we aandacht geven aan alles wat zich voordoet.

In die openheid, in die aanwezigheid kunnen we geraakt worden, kunnen we ontroerd worden. Dit is de plaats waar mededogen ontstaat. Dit is de plaats waar creativiteit ontstaat. Dit is de bron waar schoonheid en verwondering ontspringen.

Dit is de plaats waar ons verhaal kan veranderen. Het is de plaats waar mensen natuurlijkerwijze naar terugkeren als de ‘full catastrophe of life’ toeslaat. Als het leven weigert zich aan mijn verhaal aan te passen, zal ik mijn verhaal aan het leven moeten aanpassen.

Als mensen hebben we dat bijzondere vermogen om het leven op die twee manieren te bejegenen. Onze verhalen differentiëren ons daarbij van elkaar. Aanwezigheid is onze gedeelde menselijkheid, waarin we elkaar kunnen ontmoeten.

Er is een andere Chinese tekst, ook van een student van Huineng. Hij is het best gekend als de ‘Sandokai’, een moeilijk te vertalen titel.

Toen ik er voor het eerst mee in contact kwam leek het mij de grootste nonsens die ik ooit had gelezen. Je vindt er zinnen in als: ‘De geheime bron is klaar en doorschijnend. Haar vertakkingen zijn duister en stromen overal.’ Ik leerde dat het een geheime tekst was die vele eeuwen lang alleen van leraar op leerling was doorgegeven.

Waarom werd deze tekst geheim gehouden? Er is niet zoiets als een geheim onderricht zei Huineng. De Sandokai was nooit voor publicatie bedoeld omdat hij, in tegenstelling tot de Platform Sutra, geen politieke functie had. In zijn openingsverzen wijst hij de polemiek tussen de noordelijke en de zuidelijke school zelfs expliciet af. Dit was een tekst voor ‘intern gebruik’.

De Sandokai wordt kristalhelder als je ziet hoe hij vers na vers verschillende metaforen voor verhaalmodus en aanwezigheidsmodus, voor doen en zijn, naast elkaar zet, zoals ‘bron’ en ‘stroom’, ‘duister’ en ‘klaar’… Dan komt hij tot de conclusie dat het is ‘zoals de voorste en de achterste voet bij het lopen’. Ze horen bij elkaar. We hebben ze allebei nodig om vooruit te komen.

Die beweging noemen we leven. Het is al wat er is.