Nobody knows

Toen ik na de OBA Live uitzending over seksueel misbruik in het boeddhisme met de trein van Amsterdam terug naar Antwerpen reed, kwam er een golf van droefenis over mij heen. Ondanks de free jazz in mijn koptelefoon speelde er een liedje door mijn hoofd: 'Nobody knows the trouble I have seen'. Zoveel leed. Zoveel menselijk leed, in mijn werk als psychiater, bij mensen om mij heen. En nu in dat zoveelste schandaal van seksueel misbruik. Wat doen mensen elkaar toch allemaal aan?

Als jonge arts in opleiding raakte ik bevriend met een oudere psychotherapeut, Steven de Batselier. Ik heb veel aan hem te danken. Hij leerde mij de mens als mens zien en niet als patiënt. Als hij uit zijn gesprekken kwam hoorde ik hem vaak zingen: 'Nobody knows the trouble I have seen'  … en dan bedronk hij zich. Ik herinner me de fles cognac die ik voor de gelegenheid meegebracht had en die we op een avond soldaat maakten. Met het glas in de hand rebelleerden we tegen een bevoogdende en objectiverende psychiatrie. De fietsrit naar huis herinner ik mij niet meer, de ochtend daarop des te beter.

Steven leerde mij het lijden van de ander niet uit de weg te gaan en niet weg te kijken maar te erkennen wat is. Alcohol leek de enige strategie om dit aan te kunnen. Gelukkig leerde ik enkele jaren later in de zen van Ton Lathouwers om ook mijn eigen lijden niet uit de weg te gaan en niet weg te kijken. Alcohol was niet de oplossing. Bevrijding was niet te vinden op de bodem van het glas maar in de diepste diepte van de afgrond, op de bodem van de pijn, van het lijden. Waar heb ik het aan verdiend om zoveel geluk te hebben en op het juiste moment in mijn leven de juiste mensen tegen te komen? Het had evengoed anders kunnen lopen.

Wat een ontgoocheling om in het hart van de traditie waar ik zo ben van gaan houden, hetzelfde leed en geweld aan te treffen. Tot en met regelrecht seksueel misbruik. Met exact dezelfde mechanismen die ik zo vaak gehoord had: macht, geheimhouding, beschermen van de dader, discrediteren van het slachtoffer. Hoezeer hadden we gehoopt een zuivere traditie te vinden, en leraren die zich van alle kluisters en smetten bevrijd hadden. Back to boogie street. Weer zoveel leed. Weer de noodzaak om te rebelleren en taboes te doorbreken.

'Nobody knows the trouble I have seen'.  Gelukkig drink ik niet meer. Gelukkig is er mijn kussen, de milde open ruimte waarin de droefenis haar bestaansrecht krijgt.