Over de ‘erkenning’ van het boeddhisme

Uiteraard is het boeddhisme erkend in België. De grondwettelijke vrijheid van vereniging en vrijheid van meningsuiting houden de principiële erkenning van iedere levensbeschouwing in.

Maar wat we tegenwoordig ‘erkenning’ noemen is een eufemisme voor financiering. België is het enige land waar de door Napoleon ingevoerde overheidsfinanciering van de eredienst nog bestaat.

Op die manier houdt de overheid controle over de verschillende levensbeschouwingen. Dat staat haaks op het principe van de scheiding van kerk en staat.

Het boeddhisme is nooit een religie geweest, toch niet in de betekenis die het woord ‘religie’ had twee eeuwen geleden, toen de basis gelegd is voor onze moderne grondwetten. De betekenis van religie en onze houding ertegenover zijn sindsdien grondig veranderd.

Een erkenning, lees financiering, van het boeddhisme zou erop neerkomen dat we, omwille van het geld, het boeddhisme in een keurslijf wringen dat volledig uit de tijd is en waar het niet in past.

De komst van het boeddhisme naar het Westen is een mooi voorbeeld dat levensbeschouwing, zelfs in België, ook zonder financiering door de overheid kan.