Je hart cultiveren

Is het boeddhisme een religie, of is het een filosofie, of is het psychologie? De meningsverschillen kunnen hoog oplopen. Het boeddhisme komt uit een cultuur die de concepten religie, filosofie, psychologie niet kende. Het zou verwonderlijk zijn moesten we het in een van die westerse categorieën kunnen onderbrengen.

Wat wij boeddhisme noemen is een heterogeen amalgaam waarvan we sommige elementen onder de noemer religie zouden vatten. Andere zouden we eerder filosofie noemen en weer andere psychologie. En sommige van die elementen zijn in onze ogen sjamanisme of ronduit magie en superstitie.

Moeten we het boeddhisme in zijn geheel nemen of kunnen we er elementen uitnemen en andere laten? Alles tegelijk op ons bordje willen leggen is meer dan gelijk welk bordje kan bevatten. Iedere boeddhistische traditie heeft haar specifieke keuzes gemaakt.

Als je de prachtige tentoonstelling over Sarvavid Vairochana in het MAS in Antwerpen bezoekt, dan zou je de indruk kunnen krijgen dat het boeddhisme heel ingewikkeld is. Je zou ook de indruk kunnen krijgen dat het boeddhisme topsport voor het brein is. Maar het kan ook veel eenvoudiger.

Een tekst die voor mij de eenvoud van dharma uitdrukt, is dit vers uit de Dhammapada:

Alle kwaad laten
Doen wat heilzaam is
Je hart cultiveren
Dat is de leer van de ontwaakten

(Dhp 183)

Vertalen is altijd moeilijk. Voor de geïnteresseerden voeg ik een link toe naar een analyse van het oorspronkelijke vers in het Pali.

De eerste regel 'Alle kwaad laten' kun je lezen als een samenvatting van de sila: niet doden, niet stelen, geen seksueel misbruik, niet onwaarachtig spreken en geen misbruik van bedwelmende middelen.

Dit klinkt voor sommigen als de tien geboden. Er mag dan wel inhoudelijke overlap zijn, het raamwerk waarin is compleet anders. Als je liegt in een christelijke context dan zondig je omdat je ingaat tegen de wil van God. Als je liegt in een boeddhistische context dan doe je iets dom omdat je lijden veroorzaakt.

Damien Keown verwondert er zich over in zijn boek over boeddhistische ethiek dat het boeddhisme geen ethiek kent. Hij bedoelt dat het boeddhisme nooit een traditie voortgebracht heeft van filosofische analyse van morele normen. Zo verwonderlijk is dat niet. Ook hier laat het boeddhisme zich niet zomaar vatten in westerse concepten.

De manier waarop het boeddhisme over ethiek denkt, voelen wij meer aan als psychologisch dan als filosofisch. De vijf sila’s zijn de ruwe krijtlijnen waar je best niet overheen gaat als je geen lijden wilt veroorzaken.

Waarom gaan mensen daar dan wel overheen? In de eerste plaats uit een niet-weten. Omdat we niet beter weten klampen we ons krampachtig vast aan begeerte en afkeer. Zo raken we in de problemen.

De tweede regel 'Doen wat heilzaam is' wordt in vele vertalingen gezien als een spiegeling van de eerste. Tegenover het kwade niet doen, staat dan het goede doen. Zo opgevat zou deze regel niets toevoegen. Dit soort spiegelingen zie je vaak in de Palicanon, ook in de Dhammapada. Maar als je naar dit vers in het Pali kijkt dan merk je dat het hier niet het geval is. Het woordgebruik van beide verzen is verschillend. Het ‘doen’ van het tweede vers impliceert veel meer een doelgerichtheid dan het ‘niet doen’ van het eerste. En ‘kusala’, dat ik hier als heilzaam vertaal, is niet zomaar 'het goede' tegenover 'het kwade'. Er is veel discussie over de juiste lading van ‘kusala’. Het houdt een intentie in en een vaardigheid om die intentie waar te maken. Vandaar de vertaling: 'heilzaam'.

Maar wat moet er waargemaakt worden? Sommigen geloven dat het doel van het boeddhisme is om niet herboren te worden. Dat is een optie, maar dan reduceren we het boeddhisme tot een bijgeloof als een ander. Anderen denken dat het gaat over het bereiken van een tijdloos en onmetelijk hier en nu, nirvana. Het perfecte egoïsme, lijkt mij dat. Waar de eerste regel van het vers de krijtlijnen aangeeft waar we best niet overheen gaan, handelt deze regel naar mijn aanvoelen over wat we binnen die grenzen kunnen doen.

Wat is heilzaam? Wil geen lijden veroorzaken zeggen dat we een misdadiger niet mogen opsluiten omdat we daarmee voor die persoon lijden veroorzaken? Vaak hoor ik vragen zoals: 'betekent mededogen dat ik alle vernederingen door mijn schoonmoeder maar moet verdragen?'. Is je laten vernederen heilzaam? Voor jezelf, voor degene die je vernedert? Waarschijnlijk niet.

Keown heeft gelijk als hij zegt dat het boeddhisme hier geen zwart-wit antwoord biedt. Ons gedrag heeft het meeste kans om heilzaam te zijn als het vanuit liefde, mededogen, medevreugde en onbevangenheid komt. Maar de vraag blijft open. Misschien is dat ook het beste, dat we de vraag open houden en altijd opnieuw evalueren.

Het derde vers 'Je hart cultiveren ' wordt meestal vertaald als ‘je geest zuiveren’. Ik verkies hier het woord 'cultiveren' omdat 'zuiveren' teveel andere connotaties heeft. Het Pali ‘citta’ betekent in de eerste plaats ‘hart’ zoals in ‘er met je hart bij zijn’ of ‘iets in je hart dragen’.

We zien het boeddhisme te veel als iets mentaal. In de schilderijen van de tentoonstelling in het MAS zie je de ‘tekstballonnetjes’ die de meditatie over Vairochana voorstellen meestal vanuit het hart ontspringen.

Schilderij MAS

We zoeken naar de effecten van meditatie op hersenscans. Maar het is niet in de eerste plaats onze geest die we cultiveren, maar ons hart.

Op ons kussen ontdekken we de verwarring, de begeerte en afkeer in ons hart. En daaronder ontdekken we de liefde, het mededogen, de dankbaarheid en de bereidheid om te kijken. Wat we cultiveren is een bejegeningswijze, wat we cultiveren is de dingen een ‘warm hart toedragen’. Wat we cultiveren is niet langer ‘van ons hart een steen maken’, maar met een open hart aanwezig te zijn.

We leren ook te leven met de pijn in ons hart, want als we ons hart openen en onbevangen kijken worden we veel bewuster van de pijn. En we leren te leven met het niet weten en met de eindeloos open vraag die altijd opnieuw gesteld moet worden: ‘wat is heilzaam?’. De vraag waar we nooit een definitief antwoord op zullen vinden.

‘Dat is de leer van de ontwaakten’, zegt de vierde regel. ‘Leer’ is hier de vertaling van het Pali ‘sassana’. Dat is ook het woord dat het Thai aan het Pali ontleend heeft om het westerse concept ‘religie’ te vertalen. Daarom wordt dit vers vaak geïnterpreteerd als: ‘dit is de leer van het boeddhisme’. 

'Ontwaakten' wordt vaak vertaald als ‘Boeddha's'. In het Pali wordt inderdaad het woord boeddha gebruikt. Iedere keer komt dan de discussie: waarom staat boeddha's hier in het meervoud? Het oudste boeddhisme kende toch maar één Boeddha, en niet een pantheon van Boeddha’s zoals in het mahayana en vajrayana.

Het is zeer de vraag of het in dit vers wel over de Boeddha of het boeddhisme gaat. In de Palicanon wordt de Boeddha zelden of nooit de Boeddha genoemd. Als er over hem gesproken wordt, staat er meestal Bhagava. Hij wordt aangesproken met Bhante, zoals je ook nu nog een monnik respectvol aanspreekt. Hij verwijst naar zichzelf als Tathāgata. Het is maar enkele eeuwen later in teksten als de Lotus Sutra dat systematisch over de Boeddha wordt gesproken. 

Het woord boeddha is in deze tekst wellicht gewoon een werkwoordsvorm: het voltooid deelwoord van het Pali voor 'ontwaken'. Dan is het meervoud geen probleem. Er zijn er meer. Het vers handelt over wat we kunnen leren van hen die ontwaakt zijn.

Waaruit ontwaken we? We ontwaken uit de waas, uit de verdoving van het niet weten, uit de verwarring die ons doet vastklampen aan begeerte en afkeer, en die ons altijd weer in de problemen brengt. 

Ontwaken is de ommezwaai die we maken zodra we doorhebben dat we er met louter begeerte en afkeer niet komen. Het is de keuze voor liefde, mededogen, medevreugde en onbevangenheid. 

Ontwaken is een levenslang project. In de Palicanon lezen we hoe Mara de Boeddha altijd weer probeert te verleiden. En hoe hij Mara iedere keer weer moet doorzien. Ook hij blijft zijn hart cultiveren. 

Het is een misverstand te denken dat het cultiveren van de geest ons tot de verlichting zal brengen. Het is juist het omgekeerde. Ontwaken brengt ons er toe om ons hart te cultiveren. Dat is wat we leren van hen die ontwaakt zijn.