Mediteren is geen vlucht uit de grote boze buitenwereld. Het eerste wat op ons afkomt als we stilzitten is ons lukken en mislukken. Als je aan de werkelijkheid wil ontsnappen moet je vooral niet stilzitten. Maar ergens is er een besef dat het uitgerekend dat is wat we te doen hebben.
Goedheid, medemenselijkheid, zorg … zijn niet in in strijd met onze natuur. Het is onze natuur. Het is wat ons menselijk maakt. En soms loopt het mis. Ook dat is onze natuur. Maar mislopen is mislopen. Er is meer goedheid dan kwaadheid. Anders zouden we er niet meer zijn.
De bereidheid om te kijken is genoeg. Het is een stap die je zet, of niet zet. Maar als het zo simpel is, waarom is het dan zo moeilijk? Het antwoord is: angst.
Er is een geluk dat we bereiken als een of andere behoefte bevredigd wordt en er is geluk dat van een heel andere orde is. De impliciete aanname is dat mensen alleen door het eerste gedreven worden. En toch is er iets heel anders dat ons drijft.
Leven we in angst of kunnen we vertrouwen? Deze polariteit zien we op alle terreinen van het maatschappelijk leven. Het is het spanningsveld tussen 'Wir schaffen das' en ‘Onze cultuur wordt bedreigd’.
Ontwaken is een pad dat van de berg naar beneden leidt. Niet van het lijden weg, maar resoluut een problematische wereld in, bereid om alle levende wezens in hun lijden bij te staan.